hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact

XII  JHWH TSIDKENU


Ziet de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning regeren en verstandig handelen, die zal recht en gerechtigheid doen in het land. In Zijn dagen zal Juda behouden worden, en Israël veilig wonen; en dit is de Naam waarmede men Hem zal noemen: De HERE onze Gerechtigheid.  Jeremia 23:5-6

De HERE is onze Gerechtigheid. Wat betekent in dit verband het woord 'gerechtigheid'? We kunnen het omschrijven als: Voldoen aan Gods hoge eis. Maar wie kan er aan die hoge eis van God voldoen? Niemand toch! Daarom is het zo be­langrijk om te weten dat de HERE Zelf onze gerechtigheid is. De betekenis van deze toegerekende gerechtigheid is het onderwerp van dit hoofdstuk.

Wat is gerechtigheid?

De Bijbel noemt verschillende vormen van 'gerechtigheid'. In de eerste plaats 'eigen gerechtigheid', daar ging Job nogal prat op:

Aan mijn gerechtigheid zal ik vasthouden en ik geef ze niet op.  Job 27:6

Laten we eerlijk zijn, het lijkt wat eigenwijs te klinken uit de mond van Job, maar in feite gaf God eerder Zelf dit getuigenis van Job in het tweede hoofdstuk van dit boek.

Een andere vorm van 'eigen gerechtigheid, is de 'eigen gerech­tigheid die uit de wet is'. Deze vorm beheerste het leven en het denken van Paulus voor hij tot beker­ing was gekomen; en ook in onze tijd kunnen we dat tegenkomen. Mensen die prat gaan om hun goede levensstijl. Die er trots op zijn dat ze alles doen wat ze kunnen om goed te doen aan anderen en zich daarmee voor God menen te kunnen rechtvaardigen op grond van hun verdiensten.

(…) hoewel ik reden heb op vlees te vertrouwen: (...) besneden op de achtste dag (...) wat de gerechtigheid betreft, die in de wet is, onberispelijk. Fil. 3:4,5,6

Met 'eigen gerechtigheid' -al of niet op grond van de wet- kan geen mens voor God verschijnen. Dat heeft Paulus ontdekt; wanneer hij zegt: ‘Ik acht het allemaal schade’. Met deze paar woorden doet hij er compleet afstand van.

...opdat (…) ik in Hem bevonden word, niet in het bezit van mijn gerechtigheid die uit de wet is, maar van die welke door het geloof in Christus is, de gerech­tigheid die uit God is, gegrond op het geloof. Fil. 3:9

Tegenover de ‘eigen gerechtigheid’ staat de ‘ware gerechtigheid'. De gerechtigheid door verzoening met God. De gerechtigheid die van God uitgaat naar de berouwvolle mens.

Laat u met God verzoenen. Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt­ opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. 2 Kor. 5: 21

Genade, de basis voor de ware gerechtigheid.

In onze tijd houdt men niet zoveel van het woord 'genade', men spreekt liever over 'rechten'. Maar de Goddelijke gerech­tigheid heeft alles te maken met het begrip 'genade'. Zonder het besef dat men 'genade' nodig heeft kan men Gods gerech­tigheid nooit ontvangen. De ware gerechtigheid wordt uitsluitend uit genade toegerekend.

De Heer Jezus is de gerechtigheid Zelf. Hij, de zondeloze, werd tot zonde gemaakt. Hij onderging de straf en gaf Zijn eigen gerechtigheid aan hen, die in Hem geloven. Sommige mensen vinden dat maar gemakkelijk. Maar de praktijk bewijst dat voor de mens niets moeilijkers bestaat dan overgeleverd te zijn aan genade. Men bedenkt allerlei uitvluchten of 'theologische' redeneringen  en er is allerlei 'vrome' praat  waarmee men in feite de 'gena­de' probeert te ontwijken. Maar Gods Woord zegt het heel duide­lijk:

Want uit genade bent u behouden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God. Niet uit werken, opdat niemand roemt. Ef. 2:8-9

Wij dan gerechtvaardigd op grond van geloof (…) Rom. 5:1

De HERE, onze gerechtigheid

Elke keer wanneer de HERE Zichzelf onder een nieuwe Naam aan Israël bekendmaakt, dan ‘past’ die nieuwe Naam bij de situatie waarin het volk op dat moment verkeert. Zo ook hier. Israël is diep weggezonken in on­gehoorzaamheid en afgoderij. Er is niet eens meer een boodschap van hoop. God is vastbesloten om Zijn volk te straffen voor hun zonden. De enige boodschap van Jeremia voor het volk is: ‘Schik je in de oordelen van God; want die gaan vast en zeker komen.’ Jojakim was in die tijd de koning van Israël. Zoals David, de man naar Gods hart, een prachtige heenwijzing was naar de komende Messias, zo was deze Jojakim een afschuwelijke belediging voor de God van Israël. Hij sleurde het volk mee in zijn ondergang. Nooit heeft een koning van Israël een einde gekend als hij:

Daarom zegt de HERE aldus van Jojakim, de zoon van Josia, de koning van Juda: men zal niet om hem klagen (...) Met een ezelsbegrafenis zal hij begraven worden; wegslepen en neerwerpen, buiten de poorten van Jeruzalem. Jer. 22:18-19

In deze uitzichtloze en duistere periode in de geschiedenis van Israël komt er een nieuwe openbaring van God. Hij openbaart Zich juist in deze tijd als JHWH TSIDKENU. De situatie waarin het volk verkeerde liet overduidelijk zien dat het in zichzelf geen enkele gerechtigheid bezat. Maar de HERE belooft de toegerekende gerechtigheid aan iedereen die zich tot Hem zal wenden. Dat gold uiteraard voor elke Jood in die tijd; maar straks, in de (nabije) toekomst, zal het volk in z'n geheel, uit genade, een toegerekende gerechtigheid ontvan­gen. Dat zal de situatie zijn op aarde gedurende het Vrederijk; maar vandaag al mag het werkelijkheid zijn in de harten en de levens van iedereen, die zijn vertrouwen heeft gesteld op de Heer Jezus.

Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder en men noemt  hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschap­pij zijn en eindeloos de op de troon van David en over zijn konink­rijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de HERE der heerscharen zal dit doen.  Jes. 9:5-6

'Een Kind is ons geboren'.

Dit wijst duidelijk heen naar de komst van de Heer Jezus als de Zoon van God die geboren werd als een baby in de kribbe in Bethlehem.

'Een Zoon is ons gegeven'.

Het kan niet anders of dit slaat op de 'gegeven Zoon' op het kruis op Golgotha. Daar gaf God Zijn Zoon over in de dood, om zo zondaren met Zichzelf te verzoenen. Met 'ons' in deze tekst wordt natuurlijk in de eerste plaats het Joodse volk bedoeld. Maar de Heer Jezus kwam ook voor de volkeren Dit werd, zoals we al eerder zagen, ook al aangekondigd door de profeet Jesaja:

...Ik heb u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natiën. Jes. 42:6

Het is te gering, dat gij Mij  tot een knecht zoudt zijn om de stammen van Jakob weder op te richten, en de bewaarden van Israël terug te brengen; Ik stel u tot een Licht der volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde. Jes. 49:6

Zie, Ik heb Hem tot een getuige voor de natiën gesteld, tot een vorst en gebieder der natiën. Jes. 55:4

Zoals we al eerder hebben gezien zegt de Heer Jezus:

En Ik heb nog andere schapen, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik ook toebrengen; en zij zullen naar mijn stem horen,  en zullen één kudde en één herder worden. Joh. 10:16

'De heerschappij is op zijn schouder'.

Hier worden we geconfronteerd met de opgestane Heer Jezus. Door Zijn lijden heen werd Hij verhoogd als de Mens aan de rechterhand van de Vader.

Mij is gegeven alle macht in hemel en op de aarde... Mattheüs 28:18

Deze verhoging aan de rechterhand van de Vader is nu nog voor de wereld verborgen. Maar zij, die Hem in geloof hebben aangenomen als hun Verlosser en Heer, zien Hem met het geloofsoog met eer en heerlijkheid gekroond. Maar straks zal dit ook voor de hele schepping zichtbaar worden.

'Men noemt Zijn naam: wonderlijk'

Toen de ouders van Simson aan de Engel des HEREN vroegen naar Zijn Naam, zei Hij:

Wat vraagt gij Mij naar Mijn Naam, die is toch Wonderlijk!  Richt. 13:18

Het is duidelijk dat de Engel des HEREN, zoals deze in het Oude Testament verschijnt, een voorverschijning van de Heer Jezus is. Na het laatste boek van Oude Testament, Maleachi, komt deze verschijning niet meer voor. In het Nieuwe Testament zien we de Heer Jezus Christus. Hij is de hoogste openbaring van God. De naam van Jezus is een wonderlijke naam. Het is de Naam boven alle naam. Door de eeuwen heen heeft deze naam blijdschap en vreugde gebracht in de moeilijkste situaties. Niet als een of andere magische spreuk, maar door overgave aan de Goddelijke Persoon die deze Naam draagt.

'Men noemt zijn naam: raadsman'

Alle wijsheid ligt besloten in de Heer Jezus Christus.

....Christus, in Wie al de schatten van kennis en wijsheid verborgen zijn. Kol. 2:3

Als nu aan iemand van u wijsheid ontbreekt, laat hij die aan God vragen, die aan allen mild en zonder verwijt geeft, en zij zal hem gegeven worden.Jak. 1:5

'Vader der eeuwigheid'

Met deze uitspraak van de Bijbel geloven we dat de Heer Jezus van eeuwigheid af, God is en gelijk aan de Vader. We kennen geen ‘drie Goden, die samen Eén Godheid’ vormen, wij belijden met de heiligen van het Oude Testamentische dat er één God is:

Hoor, Israël de HERE onze God, is één enig HERE. Deut. 6:4

Die éne God, openbaart Zich als Vader, Zoon en Heilige Geest. Dit is een mysterie dat voor het verstand niet te doorgronden is.  Wel onbegrijpelijk, maar niet ‘ongelooflijk’.

'Vredevorst'

De Heer Jezus is nu de Vredevorst die innerlijke vrede geeft in het hart waar Hij in mag regeren. Maar straks zal Hij ook de Vrede­vorst zijn, die deze hele wereld in gerechtigheid zal regeren. In deze wereldregering zal Israël dan weer een bijzondere plaats innemen.

Uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEREN woord uit Jeruzalem.  Jes. 2:3b

Zo zegt de HERE der heerscharen: In die dagen zullen tien mannen uit volken van allerlei taal vastgrijpen, ja vastgrijpen de slip Judeese man,  en zeggen: wij willen met u gaan, want wij hebben gehoord, dat God met u is. Zacharia 8:23

De Heer Jezus heeft het duidelijk aangetoond: Hij is JHWH Tsidkenu, de Heer onze Gerechtigheid. Alle gerechtigheid komt door Hem! Nu nog in verborgen vorm voor de Gemeente en straks in het Vrederijk openbaar voor Israël en de hele wereld.