hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact

8  Verdere ontwikkelingen

Rots en Burcht

De volgende morgen, na meer dan tien uur te hebben geslapen, werden we wakker van de zon die naar binnen scheen. Fija had weer pijn in haar rug en daarom lag ze te draaien. Door op haar andere zij te gaan liggen, keerde ze haar rug naar me toe maar dat wilde ze eigenlijk ook weer niet. Daarom klom ze over me heen en ging aan mijn andere kant liggen. Ze strekte haar arm uit naar mijn nachtkastje en pakte mijn Bijbel. Nadat ze hem opengeslagen had las ze: “...want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burcht.” Psalm 31:4 In de gang, vlak bij de lift hing een groot wandkleed waar deze tekst ook op was geborduurd; in het Spaans: ’Porque tu eres mi roca y mi castillo.’


"Martien, alles lijkt er zo ernstig uit te zien en wat zal de uitkomst van dit alles zijn? ll< voel me steeds vaker erg zwak en dan ben ik soms bang voor wat kan komen, maar de HERE is onze Rots en onze Schuilplaats. Dat staat vast”

Maar terwijl ze dit zei zag ik wel dikke tranen over haar wang lopen die het kussen nat maakten. Ze zag dat ik er naar keek.

”]a, ik moet huilen, maar deze tranen zijn niet alleen van verdriet, Martien, het zijn ook tranen van blijdschap omdat de Heer zo goed voor ons is. Wat heeft Hij ons toch al een rust en vrede gegeven in de afgelopen tijd. Wat zouden we zonder Hem moeten? Gelukkig gaan we ook niet zonder Hem door deze moeilijke periode heen en met Hem ktumen we het wel aan.”

Maar ik dacht er aan wat er hierna zou kunnen komen. Zou Fija echt bij me blijven, of zou ik haar los moeten laten en alleen de weg verder moeten gaan? De laatste tijd verbaasde ik me regelmatig over haar opmerkingsgave. Had ze dat altijd al gehad? ]a, beslist, het was niet gemakkelijk om iets voor haar verborgen te houden, ze doorzag dingen vaak veel vlugger dan ik. Maar de laatste tijd viel me dat gewoon meer op. Ook nu bleek hoe goed zij me kende, Want hoewel ik mijn ogen gesloten had zag ze op een of andere manier aan mijn gezicht dat ik me zorgen maakte.

“Ik ben heus heel blij en dankbaar, maar natuurlijk maak ik me ook bezorgd voor de toekomst, liefste. Maar laten we het in de handen van de Heer geven. Hij heeft beloofd dat de vrede van God die alle verstand te boven gaat onze gedachten zal behoeden als we alles met gebed en smeking bij Hem brengen. Zullen we samen gaan bidden?”

Dat deden we. Samen stortten we ons hart uit voor de Heer. We huilden samen en konden af en toe niet goed uit onze woorden komen. Het leek soms wel of mijn keel werd dicht gedrukt en soms werden Fija’s woorden gesmoord in haar tranen. Het allermeest bad ze die morgen voor mij; ze dacht veel minder aan zichzelf. En ook deze morgen ontvingen we weer wat de Heer ons in zijn woord beloofd: rust, weldadige, onbegrepen rust. Rust die alle verstand te boven gaat. Gelukkig en tevreden bleven we nog een poosje dicht bij elkaar liggen totdat Fija opschrok:

"Hé, het is al bijna negen uur, We moeten ook eerst nog eten en dan het infuus ophalen. We moeten opschieten en gauw onder de douche."

Dus gingen we vlug onder de douche. Terwijl ik haar hielp met afdrogen dacht ik eraan hoe vaak we dat samen hadden gedaan in de meer dan dertig jaar dat we getrouwd waren. En natuurlijk moest ik eraan denken dat de mogelijkheid bestond dat we dit niet zo vaak meer zouden kunnen doen.


Als je niet in deze situatie verkeert heb je er geen idee van door hoeveel heel gewone dagelijkse gebeurtenissen, gewoonten of omstandigheden je bepaald wordt bij de betrekkelijkheid van het

leven. Vroeger had ik dat ook wel eens, maar dan leek het zo irreëel. Maar toch verjoeg deze gedachte niet de rust en de vrede die de Heer ons deze morgen had gegeven. Na haar geholpen te hebben met afdrogen, hielp ik haar met aankleden en daarna verzorgde ik mijzelf terwijl Fija in een gemakkelijke stoel wachtte totdat ik klaar was.


Eten…

Het douchen en aankleden had veel van haar krachten gevergd. Ze kon van moeheid alweer haast niets eten. Alleen wat vruchtensap en een beetje yoghurt was alles wat ze naar binnen kreeg. Ze keek me een beetje hulpeloos aan.

"Sorry lieverd, ik had je gisteren beloofd om vandaag wat meer te eten, maar ik lust het gewoon niet. Het staat me zo tegen. Alleen al die platen aan de muur maken me misselijk.”

Ik keek rond en zag aan de muur posters met allerlei soorten voedsel erop. Vruchten en groenten, maar ook foto's van complete maaltijden. lk had ze in al die keren dat we daar hadden gegeten nog niet eerder opgemerkt.

"Lieverd, de dokter heeft gezegd dat je zoveel mogelijk koolhydraten naar binnen moet werken anders werken de medicijnen niet goed genoeg,”

"lk word zo misselijk van dat eten, Als we straks weer thuis zijn, dam zal het wel beter gaan.”

Daar geloofde ik niets van maar ik liet haar verder maar. Ik wilde niet dat ze ook nog zou moeten overgeven en dat het beetje dat ze had gegeten er weer uit zou komen.  Van het restaurant liepen We samen naar de 'treatment room' om het infuus op te halen. Die morgen was er iets nieuws. De dokter had een katheter in een ader in haar schouder aangebracht. Daaraan zat een plastic leiding en nu moest ze leren om zichzelf

een shot Laetrile te geven. Ze moest de injectiespuit aan de katheter bevestigen en die dan heel langzaam leegdrukken.

”Vooral niet te snel, Want dan kun je de 'shakes' krijgen” zei de zuster.

Dat hoefde ze haar maar één keer te zeggen Want op een morgen had iemand het een beetje te vlug willen doen en die patiënt was toen ongecontroleerd hevig gaan schokken. Fija was er zo bang voor geworden dat de zuster haar uiteindelijk moest aanzetten tot wat meer spoed; want iedereen was allang weg, ook degenen die later dan Fija waren binnengekomen. Uiteindelijk waren we, deze keer na meer dan een uur, weer terug op onze kamer. Fija ging in een gemakkelijke stoel zitten. Ze wilde niet steeds op bed liggen

hoewel ze zich er wel moe genoeg voor voelde. Ze was dapper en probeerde voor mij zo sterk mogelijk te zijn.