hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact

10 Hoop en vrees


Moeheid en innerlijke verfrissing

De laatste paar dagen voordat Fija geopereerd zou worden en waarbij een katheter (een zgn. portacath) zou worden ingebracht in haar linkerzij met een 'tube' naar de lever, gingen tergend langzaam voorbij.

‘s Morgens na het ontbijt, Waarbij ze heel weinig of niets at, en het ophalen van het infuus ging ze het liefst even op bed liggen. Ze werd steeds sneller moe van de kleinste inspanning. Wanneer zij even ging rusten zat ik bij haar op de kamer of ging een stukje wandelen. Niet dat ik zo graag alleen naar buiten ging, maar ik deed het voornamelijk voor haar omdat ze wilde dat ik wat in de frisse buitenlucht kwam. Nou ja, fris, het was heerlijk warm buiten. Nooit een jas nodig en een strak blauwe lucht; ideaal voor iemand als ik die zoveel van dit klimaat houd. De naam van het hospitaal is een letterwoord OASIS (Oase). Het komt van: ’Organizacion Avanzada en Sistemas Integrales para la Salud. En het was voor ons echt een oase van rust en geestelijke verdieping waar hoop wordt geboden, hoop door praktische hulp aan de patiënten, maar meer nog doordat Gods Woord centraal staat in alle behandelingen. Dat klinkt misschien wat overdreven, maar het “integrale systeem” dat in de naam wordt genoemd betekent eenvoudig dat men de mens ziet als geest, ziel en lichaam. Vandaar dat er niet alleen medische zorg wordt verleend maar ook pastorale zorg. Vandaar ook dat er elke week een evangelisatiesamenkomst is in de kantine die niet alleen bestemd is voor de patiënten maar voor iedereen die wil komen. Er is ook een pastor aan het ziekenhuis verbonden die elke patiënt bezoekt en dat niet zomaar voor een praatje maar om iedereen te wijzen op de Heer Jezus als de enige Weg tot God.


Op een morgen nam Fija een extra pil tegen de pijn, die de laatste dagen sterker was komen opzetten. Ze had zich steeds verzet tegen het gebruik van extra pijnstillers. Aan de ene kant maakte het me bezorgd dat ze nu wel die extra pil nam maar aan de andere kant dacht ik, 'als ze geen pijn heeft eet ze misschien beter. En dat was weer belangrijk voor de werking van de middelen die ze dagelijks moest innemen, Haar lichamelijke toestand was in deze periode erg onregelmatig. De ene dag reed ik haar in een rolstoel naar de oceaan omdat ze te moe en te zwak was om zelf te kunnen lopen en de volgende dag wandelden we er samen. heen. Dat ging steeds langzamer en langzamer en vaak leunden we even ergens tegen een

paal of gingen we op een steen zitten aan de kant van de weg, om haar weer wat op adem te laten komen. Voor haar was het ook een overwinning en bemoediging als ze het had gehaald. Gedurende deze dagen maakte ik me afwisselend ernstige zorgen, terwijl ik wat later de toekomst weer hoopvol tegemoet zag. lk kan me geen moment in mijn leven indenken waarin ik in zo korte tijd zo vaak heen en weer werd geslingerd in mijn gevoelens. Wat betoonde de Heer zich in deze tijd de Getrouwe, die nooit loslaat, steeds weer als wij baden, samen of alleen, gaf Hij ons nieuwe kracht, nieuw vertrouwen en nieuwe hoop. Precies zoals Hij dat belooft wanneer wij op zijn uitnodiging ingaan en Hem om hulp te vragen.


Wanneer we naar buiten gingen, met of zonder rolstoel, moest Fija natuurlijk altijd haar infuus meenemen. Daarvoor hadden ze afgezaagde bezemstelen met een metalen haak erin geschroefd. Aan die haak hingen we de zak met vloeistof en de stok stak je in een zak of tussen een riem. Ik kocht voor Fija in de winkel in het ziekenhuis een pluche beer die in zijn hand een hartje vasthield met 'I love you’. Die werd boven aan de stok bevestigd. Ze vond  het leuk om haar 'freedom pole’, zoals de stokken werden genoemd, te versieren, Uit de dingen die ze soms onverwacht opmerkte over ons werk onder de chauffeurs bleek steeds weerhoezeer ze er aan verknocht was en hoe graag ze weer op weg wilde gaan. Op een keer zei ze me dat ze hoopte dat we weer heel gauw samen op pad zouden kunnen gaan. Maar ze zei ook wel eens dat ze soms twijfelde of het ooit nog zover zou komen. Ze voelde natuurlijk zelf het beste hoe zwak ze was geworden sinds de dag dat we hier waren aangekomen.

ln de loop van de tijd van ons verblijf in het hospitaal in Tijuana kregen we heel veel bezoek. Verschillende vrienden uit Californië kwamen om ons te bemoedigen, Dat deed ons heel veel goed. Piet en Lanie uit Pala kwamen met hun dochter Iulie. Lee Theodore en ]une, zijn vrouw uit Temecula. Ook John en Judy Nauta uit Winchester, terwijl Bill ons elke avond even opbelde.


Toen Lee op een avond kwam las hij met ons Psalm 31. Hetzelfde gedeelte dat Fija mij een paar dagen eerder had voorgelezen. Ja, de HERE is goed voor ons. Hij is onze Rots en onze Burcht. Maar  er was in deze tijd ook vaak onzekerheid in me; soms regelrechte twijfel en af en toe angst. Over het algemeen ging ik ervan uit dat ze beter zou worden. Maar soms moest ik denken aan die 150 tot 200 dagen die Dr. Contreras noemde in de fax die hij ons stuurde voor we naar Mexico waren vertrokken. Dan dacht ik: ‘Mei, juni ..., ’ Dan werd het binnen in me soms zo vreselijk benauwd, ]a, dat ik wellicht het allerliefste wat ik op deze wereld had zou moeten afstaan, benauwde me in die tijd veel vaker dan ik eigenlijk wilde toegeven.

Dat is zo onbegrijpelijk, zo onwezenlijk en zo onnatuurlijk. Maar elke keer dacht ik dan ook weer aan Hizkia uit het Bijbelgedeelte dat zovelen onafhankelijk van elkaar hadden genoemd voordat we naar Mexico vertrokken en dan keerde de rust en vrede weer langzaam in mij terug. Dan dacht ik: ‘de Heer zal die vijftien jaar wel geven en zo lang zal het ook niet meer duren voor Hij terugkomt; vijftien jaar zal meer dan genoeg zijn.


De operatie

Op de morgen van de tiende dag van ons verblijf in het hospitaal kwam de chirurg op onze kamer om Fija voor te bereiden op de operatie, waarbij de volgende dag de katheter naar haar lever zou worden ingebracht. Hij had een heel ernstige boodschap: De lever was voor 40 é 50 % aangetast en dat is heel ernstig. Hij had de ervaring dat minder dan 30% van de mensen die hij in deze situatie had geopereerd, na vijf jaar nog leefden, Hij zei ’vijf' jaar, maar in deze context kon het volgens mij ook één of twee jaar zijn of zelfs nog minder; zelfs een maand valt binnen die 'vijf jaar' .... Dat is natuurlijk maar een heel klein kansje van één op drie. Maar hij gaf Fija die kans toch omdat haar conditie nog zo goed was. Hij zei dat als hij in een ander ziekenhuis zou werken hij eerst even op de patiëntenadministratie zou zijn gaan nakijken of hij wel de goede foto’s had omdat de foto's van Fija’s lever en haar uiterlijke verschijning eigenlijk niet bij elkaar pasten. Naar de ernst van de aantasting gemeten werkte de lever zelfs nog heel goed. Hij zei haast niet te kunnen geloven tegenover een zo ernstig zieke vrouw te zitten. Dat gaf ons ondanks de ernst van de situatie toch allebei weer veel nieuwe moed. De middag voor de operatie wandelden we weer naar de oceaan. Nou ja, ik wandelde en Fija zat in de rolstoel. We hebben die middag samen zo genoten. we waren het er over eens dat God wel heel goed voor ons was door ons in Tijuana te brengen. Dit was in ieder geval heel wat beter dan thuis in Eindhoven op het einde te zitten wachten. Om half zeven de volgende morgen, liep de wekker af, Even een klein kroeltje in elkaars armen en dan onder de douche. Vandaag zou het gaan gebeuren. De chirurg had me aangeboden om in de operatiekamer te komen om zo de operatie van dichtbij te kunnen zien.

Hij zei: "Als je wilt mag je kijken, dan kom je naast me staan en dan zal ik zeggen wat ik doe."

Ik hoopte dat ik het aan zou kunnen Want T.V programma’s over operaties zette ik altijd uit omdat ik die gewoon niet wilde zien, maar dit had te maken met mijn liefste. lk wilde het in ieder geval proberen.

Om acht uur meldden We ons in de verpleegafdeling op verdieping -1 en een zuster bracht ons naar de kamer. Nadat ik Fija had geholpen met uitkleden en met het aantrekken van de operatiekleren ging ik eten, terwijl zij nuchter moest blijven.


Tegen elven reed ik zelf Fija op haar bed tot aan de deur van de operatiekamer waar een zuster het overnam. Dat was niet alleen omdat ik haar er zelf heen wilde rijden -en natuurlijk wilde ik dat graag- maar zo ging het daar. De compañion zorgde voor het eten en voor het tijdig bezoeken van de verschillende artsen; voor het innemen van de medicijnen en dus ook voor het transporteren van de patiënt naar de operatiekamer. Nadat ik Fija had afgeleverd bracht een andere zuster me naar een kleedkamer, Waar ik

een groene broek, jas, muts en masker kreeg. Terwijl ik bezig was me om te kleden kwam de chirurg binnen. Hij vroeg of ik het ging proberen of dat ik het misschien liever van achter het raam zou gadeslaan.

"Nee, ik ben echt van plan om bij u te komen kijken,”

Hij gaf me het advies om eerst even een poosje door het raam te kijken en pas wat later binnen te komen. Nadat ik mijn handen en mijn armen goed had gewassen moest ik mijn handen in mijn broekzakken steken en ze daar laten zolang ik in de operatiekamer was. Nadat ik een minuut of vijf voor het raam had gekeken en gezien had hoe verpleegsters Fija’s buik drie keer helemaal insopten met een soort jodium en haar daarna bedekten met een laag groene lakens, ging ik naar binnen. Af en toe Zag ik haar borst omhoog komen als ze inademde. Het duurde even voor ik door had dat haar borst steeds omhoog kwam als de anesthesist in een grote blauwe zak kneep. Soms kneep hij zachtjes en zag je maar weinig effect en soms 'wrong' hij als het ware de blauwe zak leeg en dan haalde ze heel diep adem.

Soms moest hij even weg en dan gat hij Fija eerst een hele diepe ademhaling, Ik vond het maar een beetje griezelig, ik had liever dat hij op z’n plek aan het hoofdeinde bleef zitten. Maar ik begreep ook dat hij wel wist wat hij deed. De dokter maakte eerst één klein sneetje aan de linkerzijde van haar lichaam, ongeveer 20 centimeter onder haar oksel en daarna nog een tweede, iets lager en wat meer naar het midden van haar buik. In het tweede gaatje zocht hij een ader op, gaf er een klein sneetje in en schoof een flexibele plastic leiding een klein stukje naar binnen. Het andere einde van deze leiding duwde hij binnendoor naar het andere gaatje dat hij het eerst had gemaakt en daardoor trok hij de leiding naar buiten. Daarna ging hij weer terug naar het eerste gaatje en begon de slang verder de ader in te schuiven, terwijl hij naar een beeldscherm keek waarop je de slang zag bewegen. Hij vertelde dat hij de slang doorschoof naar de lever en als die op zijn plaats zat was het moeilijkste gebeurd. Het duurde een minuut of tien, toen was hij tevreden en knipte hij het andere uiteinde van de slang op maat. Daarna maakte hij er een plastic bekertje aan vast waarop een dekseltje zat. Dat potje werd tussen de ribben vastgezet met het dekseltje tegen de binnenzijde van de huid. Hij vertelde dat daar de Laetrile in werd gespoten en ook de FU5. Nadat alles op z'n plaats zat keek de chirurg nog eens heel nauwkeurig in de wonden. Op mijn vraag of hij iets zocht dat hij had laten vallen, grijnsde hij me aan en vertelde dat het altijd verstandig is om, als je de zaak toch wat open hebt liggen, even te kijken of er ergens tumoren zitten. Hij vond verder niets en daarom werd na deze inspectie alles weer netjes dichtgenaaid. Nadat dat allemaal klaar was, nam hij een slangetje met aan het uiteinde een soort kleine injectienaald. Deze naald Werd door de huid heen in het deksel van het potje tussen Fija’s ribben gestoken. Aan dat slangetje werd dan later een injectiespuit aangesloten. De hele operatie duurde nog geen drie kwartier en ze had nog geen half kopje bloed verloren. Het was weer etenstijd en het zou nog wel even duren voor Fija weer bij zou zijn, dus kleedde ik me weer snel om en ging daarna wat eten. Na vlug mijn lunch naar binnen gewerkt te hebben ging ik gauw weer terug naar de ziekenlkamer. lk was toch al te laat want ze had haar ogen al iets open.

"Hallo schat, ben je weer boven water?” vroeg ik.

“Boven water? Wat bedoel je?"

"O zomaar meisje.” Echt bij was ze dus nog niet, “Hoe voel je je?"

"Belabberd. Misselijk en vreselijk moe. Hoe laat is het?"

”Tegen half twee”

Ze knikte even en was weer vertrokken. Tegen half vier toen de dokter kwam om de bloeddruk op te meten werd ze weer even wakker, maar de rest van de middag en de avond bracht ze slapend door. Door de operatie hoefde ze deze dag geen infuus en dus zou ze nu kunnen gaan liggen zoals ze wilde zonder gehinderd te worden door die akelige slang, maar nu had ze dat ’potje' tussen haar ribben dat iets uitstak waardoor ze niet meer op haar linker zij kon liggen. Dat was duidelijk zo’n 'van de regen in de drup’ geval ,

lk zat de rest van de middag bij haar te lezen maar mijn gedachten waren er niet bij. Elke keer dwaalden mijn ogen naar haar witte gezichtje en dan deed het me zo'n pijn om mijn liefje zo te moeten zien lijden, En steeds weer kroop de vrees naar boven voor wat er allemaal kon gaan komen. Spannende tijden waren

nu aangebroken. Zou de Laetrile zijn werk nu gaan doen? En wat, als het niet werkte? De Heer had ons toch niet hier gebracht om dan te zeggen dat Hij ermee kapte? We waren niet op eigen kracht gekomen, het was leiding van de Heer geweest, daar waren we beiden van overtuigd, Hij stuurde ons en Hij baande ons de Weg, en hoe vaak hadden we het samen al herhaald:

Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus ]ezus.


IJzerdrankje met humor

Om wat sneller aan te sterken kreeg Fija van de dokter het recept voor een of ander drankje. 'Emulsion con hiero’, stond er op. Het was dus een soort ’ijzerdrankje'_ Ik ging naar de apotheek om het te halen. De apothekeres gaf er uitvoerige informatie bij:

"Het moet in de koelkast bewaard Worden.”

"Ik heb geen koelkast op de kamer.”

"Er is er een in de keuken, ik zal even bellen of u het daar mag brengen.”

Ze belde met de keuken en in rad, voor mij niet te volgen Spaans vroeg ze toestemming voor mi] om de medicijnen daar in de koeling te mogen bewaren.

"Het is goed, u kunt het in de keuken brengen, dan zetten zij het in de koeling. U kunt het dan weer ophalen. Hier is een etiket, schrijf uw naam er duidelijk op dan weten ze van wie het is", zei ze nadat ze de telefoon had neergelegd,

Ik schreef met rode stift en grote letters 'Sta Fija’ op het etiket. Bij het opplakken van het etiket op de fles viel mijn oog op de gebruiksaanwijzing, die natuurlijk ook in het Spaans was; het enige dat ik ervan begrijpen kon was: Prescripcion, en: cada 10 – 15 minutos’, maar dat was voor mij genoeg.

“Moet ik het echt in de keuken brengen?"

“ja dat moet.”

"Ik heb drie minuten nodig om in de keuken te komen en drie terug, dat is zes en Fija moet om de 10 a 15 minuten een lepel innemen. Dat betekent dat die fles niet langer dan een minuut of vijf in de koelkast staat en de rest van de tijd ben ik aan het heen en weer rennen tussen ons appartement en de keuken."

“Dat is goed voor de spieren.”

“Maar wel erg zinloos.”

No, no, senor, u moet het alleen in de koelkast zetten als u het een dag niet gebruikt en 's nachts natuurlijk.

”Heerlijk land, Mexico", dacht ik bij mezelf, “ik ga er met de dag meer van houden .... ”