hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact

24 Hij maakt alle dingen wél

En toch: God is trouw.

Wanneer ik terugdenk aan het leven van Fija en mij, en dan in het bijzonder aan die laatste tien maanden, realiseer ik mij dat ik het met de vraag ‘of God werkelijk alles wel maakt', wel eens moeilijk heb gehad. Er is zoveel veranderd. Vreugde en droefheid zijn zo totaal veranderd van karakter. lk had nooit geweten dat je te midden van plezier zo ongelukkig kon zijn. Net zo min als ik ooit heb geweten dat verdriet en tranen je zo gelukkig kunnen maken. Alles lijkt bij tijd en wijle op zijn kop te staan. Vaak heb ik de Heer gevraagd: ”Waarom?"

En toch, hoewel alles zo dramatisch veranderd is, ervaar ik ook dat één ding onveranderd is gebleven: Gods trouw. Hij is volkomen trouw gebleven aan Zijn Woord. Kan God echt alles wél maken? ]a, wat dat betreft is er ook niets veranderd. Onze God is de Almachtige God. Hij is in niets, en door niets, te beperken. Hij kan echt alles wél maken! Goed, zal iemand zeggen, dat is de theorie; nu een stap verder. Geloven we ook dat Hij alles wél maken zal? Ai, dat wordt al heel wat vervelender. We voelen wel aan dat hier een ongrijpbaar element om de hoek komt kijken, want hoe kun je weten dat Hij inderdaad doen zal waartoe Hij in staat is? Hier kom je niet weg met een theoretische verklaring omtrent Gods Almacht. Hier is geloof nodig. vertrouwen. En dat hebben wij niet altijd. En dan nog, als we het geloof, het vertrouwen wel hebben, is het geloof dan de motor die de vervulling van ons verlangen in werking stelt? In de tijd dat Fija ziek was, kwam iemand eens naar me toe die daar zo over dacht. Het was op een zondagochtend na de samenkomst. Ik moest Fija's genezing ’claimen' en ik moest gaan staan op Gods belofte dat Hij haar weer beter zou maken. Maar hier lag duidelijk een onneembaar hoge drempel voor mij: De Heer had mij namelijk nooit beloofd dat ze beter zou worden. Ik kende in ieder geval geen belofte van God waarin Hij duidelijk zei dat Fija zou herstellen. En toch geloof ik dat Hij alles, maar dan ook echt alles, uiteindelijk wél maakt. Hierbij doel ik niet op de uiteindelijke eeuwige situatie, wanneer we deze wereld achter ons hebben gelaten. Nee, ik bedoel hier en nu. Hier en nu maakt Hij alle dingen wél. Dat we dat niet altijd kunnen zien, komt omdat we vaak geneigd zijn om een belangrijk aspect van dit onderwerp te vergeten. Namelijk de vraag wat we er onder verstaan als we zeggen dat 'Hij alle dingen wél maakt’. Als we dit 'wél maken' beperken tot 'het vervullen van onze wensen', dan zijn we in de war met Sinterklaas. (En zelfs die vervult, afhankelijk van de beschikbare fondsen, niet eens alle wensen, dat heb ik in mijn jeugd en ook later nogal eens ervaren .... ) Het gaat er om dat we meer leren van Zijn Liefde. In het begin van Fija's ziekte, toen ze nog sterk genoeg was om te reizen, bezochten we een gemeente in Alkmaar om iets van het werk onder de chauffeurs te vertellen. We kregen daar een contactblad van deze gemeente. De ruimte in het blad die over was had men opgevuld met wat spreuken en spreekwoorden als bladvulling. Een ervan hebben we uitgeknipt en die hangt nog steeds in mijn studeerkamer aan de muur. Elke dag lees ik het: 'Gods handelen met de Zijnen is altijd LIEFDE, ook al begrijpen we Hem niet'. Daar gaat het om: we moeten vertrouwen dat Hij aan de Zijnen altijd het beste geeft. Uit liefde. Almacht is prachtig. Zeker als die 'almacht’ ten gunste wordt aangewend. Maar ’almacht’ kan ook bedreigend zijn, bijvoorbeeld voor ongelovigen; voor de vijanden van God. De liefde van God voor de Zijnen is veel groter en rijker dan Zijn Almacht. Die liefde zorgt ervoor dat Hij nooit fouten maakt. Vertrouw daar maar op. Die liefde is de sleutel. Door het zien van die liefde waren Fija en ik steeds weer in staat om, soms met een bijna door tranen verstikte stem, te zeggen:  “Hij heeft alles goed gemaakt.”


Niet al onze wensen gingen in vervulling. Pijn en verdriet horen bij het leven, ook bij het leven van een gelovige. Maar Hij doet niets in het leven van de Zijnen dat niet goed voor hen is:

Want zó zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is: In den hoge en in het heilige woon Ik, en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om de geest der nederigen en het hart der verbrijzelden te doen opleven. Jesaja 57:15

Ook een gelovige kan ‘verbrijzeld’ zijn. Ik was het vele malen maar altijd weer bracht deze belofte van God mij weer op de been. Diep in tranen en totaal vertwijfeld, maar dan was Hij toch zo dicht bij dat Hij bijna tastbaar aanwezig was.

De Here is mijn Herder; mij ontbreekt niets. In een andere vertaling gaat het nog verder, daar staat: mij zal niets ontbreken. Dat is ook inclusief de toekomst. Wat weten we van de toekomst? Niets toch! We weten nog niet eens zeker wat voor weer het morgen zal zijn. Automatisch rekenen we er wel op, maar we hebben niet eens zekerheid dat we er zelf morgen nog zullen zijn. Alles is onzeker, maar toch: ook morgen zal mij niets ontbreken. Nou, nou, kan iemand zeggen: ’Zing maar eens een toontje lager .... !' Maar Wie dat zegt kent waarschijnlijk de Herder niet. De HERE is mijn herder  (Psalm 23:1) De 'HERE' is de Eeuwige voor wie alle 'gisterens’ en alle ’morgens’ van ons hele leven zijn samen gebald in minder dan een honderdste van een seconde. Met zo'n Herder zal het ons aan niets ontbreken. In leven en in dood blijft Hij dezelfde. Als schaap hebben we de verantwoordelijkheid om zo dicht mogelijk bij de Herder te blijven. Hij zal nooit falen! In de laatste regel van deze psalm zegt het schaap het zo:

Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen, al de dagen van mijn leven. Ik zal in het huis des HEREN verblijven tot in lengte van dagen. (Psalm 23:6)

Wanneer het er in het leven omgaat spannen is het zo belangrijk dat we ons vastklampen aan deze waarheid. Dat is onze kant, maar Hij houdt de Zijnen ook vast! Dat is de belangrijkste kant. De HERE, de Almachtige houdt ons overeind. Zijn liefde staat borg voor de vrede die Hij zal geven. Als het leven zo zijn gangetje gaat en er geen donkere wolken aan de horizon te bekennen zijn, dan zingt het heel gemakkelijk: ‘de Heer is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Maar als het leven plotseling als zand door de vingers gaat glijden dan krijgt dat lied een hele nieuwe en nooit eerder ervaren diepte. En toch blijft het net zo waar; in voorspoed en tegenspoed verandert de Heer niet! Hij blijft dezelfde! En Zijn beloften blijven hetzelfde. Daarom kunnen we ook in moeilijke tijden ons geheel aan Hem toevertrouwen.


Belofte of interpretatie?

In die periode van ziekte ontvingen we allerlei bemoedigingen waardoor we steeds weer bevestigingen ontvingen over het verloop van de ziekte. We verwachtten steeds weer dat Fija helemaal beter zou worden. Een van die bevestigingen was dat Fija die chauffeur ontmoette, die net als zij het aan de dikke darm had en die weer was genezen. En toch kreeg ze die pijn in haar rug .... Hadden we ons dan zo vergist? Wanneer ik mijn aantekeningen uit die tijd weer eens doorlees dan zie ik dat we meerdere malen werden bemoedigd door omstandigheden en ook door Bijbelgedeelten, die later toch niet door de werkelijkheid werden bevestigd. Dat zou een reden kunnen zijn om aan de Heer te gaan twijfelen. Maar Hij faalt nooit en dat kunnen we niet zeggen van onze toepassing van Bijbelteksten op ons persoonlijk leven. Altijd weer moeten we bereid zijn om onder ogen te zien dat we Bijbelteksten verkeerd kunnen interpreteren. Jaren geleden bracht ik met Fija een bezoek aan een kennis. Terwijl we daar waren rinkelde de telefoon. Onze kennis nam de hoorn  op en kreeg het bericht van het overlijden van een familielid. Dat telefoontje kwam juist tijdens een gesprek, waarin de gastvrouw aan het vertellen was dat de Heer haar duidelijk had laten zien dat het familielid, dat heel ernstig ziek was, weer beter zou worden. Nadat ze de telefoon had neergelegd liet ze zich in een fauteuil zakken en zat een tijdlang voor zich uit te staren. Nooit vergeet ik de vertwijfeling op het gezicht van deze lieve zuster. Zij was na het horen van deze boodschap volkomen ontredderd, want ze was ervan overtuigd dat de Heer Zelf haar beloofd had dat het familielid zou genezen. "Hoe kan dat toch? De Heer had beloofd om haar beter te maken."

Deze zin herhaalde ze steeds weer opnieuw. Haar verstand ging zoeken naar een aannemelijk redenering en de uiteindelijke conclusie was dat het niet God was die het familielid had laten sterven, maar de duivel. Zonder iets ten nadele van deze zuster te zeggen is het duidelijk dat dit onmogelijk is. In het boek Job kunnen we duidelijk lezen dat de satan niets kan doen tegen Gods wil. Als dat wel zo was dan zou de duivel sterker blijken te zijn dan Gods beloften. Dan zou hij hoger staan dan de Almachtige. Een belofte van God kan de duivel nooit ongedaan maken! Wat wel kan falen is onze mogelijkheid tot juiste interpretatie. Het is van groot belang omdat te aanvaarden en om niet te twijfelen aan Zijn leiding, ook als er een ’bocht in de weg' komt die we niet kunnen begrijpen. We moeten niet vergeten dat Hij nooit loslaat!


Nogmaals interpretatie

Ik heb in de voorbije tijd natuurlijk ook Veel gedacht aan Fija's kalme en rustige vertrouwen in de Heer Wanneer we teksten lazen die betrekking hadden op Goddelijke genezing. Zij heeft me herhaaldelijk gezegd dat de Heer geen fouten maakt en dat zij, hoewel ze het allemaal niet kon begrijpen toch alle vrede had met de weg die de Heer met haar ging. Zoals ik al eerder geschreven heb, waren er mensen die zeiden dat we de genezing moesten ’claimen', omdat ’Jezus toch ook voor onze ziekten is gestorven'. Dit is een aanwijsbaar onbijbelse uitleg. Wel kunnen we lezen in Jesaja: ‘Onze ziekten heeft hij op zich genomen en onze smarten gedragen’ (Jeasaja 53:4). De vraag die nu gesteld moet worden is: 'Wanneer heeft Hij die ziekten en die smarten gedragen?’ Zowel vanuit een eenvoudige redenering als uit de Schift (en dit laatste is natuurlijk het belangrijkste) is het overduidelijk dat dit niet op het kruis gebeurde. Wanneer de Heer Jezus de ziekten en de smarten op het kruis had gedragen zou het leven van alle gelovigen, zonder één enkele uitzondering, geheel anders zijn. Dan zouden we op hoge leeftijd gezond sterven. Dan zouden we een leven lang zonder ziekte en zonder smarten zijn; in ieder geval vanaf het moment van bekering. Nu zijn er gelovigen die beweren dat ziekten bij gelovigen komen door zonden of ongeloof. Even een zijspoor. Wanneer een gelovige vrouw, die wandelt met de Heer, een baby ter wereld brengt zal ze, in deze visie, dit doen zonder enige smart of pijn. Hij heeft onze smarten toch gedragen? Dan is de vloek van Genesis 3 (met smart zult   kinderen baren) op de gelovige vrouw niet van toepassing. Dat plaatst 99,9999% (persoonlijk ken ik één uitzondering op de regel) van alle gelovige kraamvrouwen in het zondaarsbankje! Laten We de Schrift maar opslaan. Petrus en Mattheus geven de enige door de Heilige Geest geïnspireerde uitleggingen van deze tekst uit Jesaja.

Toen het nu avond was geworden, brachten zij tot Hem vele zieken en Hij genas alle lijdenden, opdat vervuld werd wat gesproken is door de profeet Jesaja... (Mattheus 8:16-17).  

Die Zelf onze zonden in zijn lichaam heeft gedragen op het hout ( .... ) door zijn striemen bent u gezond geworden, Want u dwaalde als schapen maar bent teruggekeerd tot de Herder en Opziener van uw zielen ... (1 Petrus 2 :24-25).

De onvermijdelijke conclusie die we hieruit moeten trekken is als volgt:


1- Mattheus toont ons de letterlijke vervulling van de profetie, namelijk dat de Heer Jezus bij Zijn leven de ziekte en de smarten van zijn volk (Israel) heeft gedragen.

2- 2- Petrus geeft de geestelijke toepassing door de striemen rechtstreeks te verbinden met de zonden, waarbij de bekering wordt voorgesteld als genezing.


In Genesis, na de zondeval, zegt de HERE dat als Adam en Eva van de boom der kennis van goed en kwaad zouden eten zij de dood zouden sterven. Letterlijk staat er dat zij stervende zouden sterven, met andere woorden: de dood treedt in bij de geboorte en gaat voort tot het lichaam het begeeft. Dat geldt voor alle mensen, voor gelovigen zowel als ongelovigen. Nu zijn er ziekten die men kan verwerven. Bijvoorbeeld kanker door asbest of andere stoffen. Door roken kan men ook de gezondheid te gronde richten. De Bijbel leert ook dat men door te zondigen een ziekte kan krijgen. Dat kan gebeuren door (bijvoorbeeld) seksuele losbandigheid, maar de Heer kan ook iemand ziek maken om hem of haar tot inkeer te brengen. In de volgende tekst wordt ziekte, gebed om genezing en herstel in verband gebracht met zonde.

Het gebed van het geloof zal de zieke behouden en de Heer zal hemoprichten; en als hij zonden gedaan heeft zal het hem vergeven worden. (Jacobus 5:15) (Het is niet aan ons om het omgekeerde te zeggen dat een gelovige ziek wordt omdat hij / zij heeft gezondigd.)


De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar aangeboren afwijkingen en ook naar aangeboren aanleg om een of andere ziekte te krijgen. Gebleken is dat mensen op een of andere manier soms ’voorgeprogrammeerd' zijn om een bepaald ziektebeeld te gaan ontwikkelen. Wij weten dat nog maar enkele jaren, maar de Heer schreef dat al op in de Bijbel voordat er nog van enige zonde sprake was. Fija's ziekte werd waarschijnlijk veroorzaakt door zo'n ’tijdbom’ in haar lichaam. Misschien is deze door milieuverontreiniging op gang geholpen? Misschien is het tot ontwikkeling gekomen door een of andere beschadiging van haar rug. Tenminste, de dokter vertelde ons dat dit een mogelijkheid zou kunnen zijn 210   kunnen zijn. Het zat in ieder geval hoogstwaarschijnlijk al opge- sloten in haar DNA. Natuurlijk kan de Heer ook dan nog een bepaalde ziekte tegenhouden. Maar misschien heeft Hij dat inderdaad jarenlang gedaan? Wie zal het zeggen? Ik ben heel dankbaar dat de Heer ons het vertrouwen heeft gegeven om alles uit Zijn hand te ontvangen. Zowel het bitter als het zoet. Straks zullen we het kunnen zien. Haar overlijden ging niet buiten Hem om. Het zal altijd een mysterie blijven, totdat we bij Hem zullen zijn. Dat het stervensproces doorgaat komt omdat de mens het zelf in gang heeft gezet door te zondigen. Adams overtreding had de dood tot gevolg. Dat had God van tevoren gezegd. Die dood treft alle mensen, ook gelovigen. Soms ook heel jong. Dan moeten we niet vergeten dat ‘de dood van zijn gunstgenoten zeer kostbaar is in Gods ogen’. (Psalm116:15 )

“Heer Jezus dank U wel dat U Fija zoveel vrede en rust gaf en dat zij voor mij hierdoor een dagelijkse bemoediging was en ook nu nog steeds is!"

Er was zoveel dat ons bemoedigde. Bijbelteksten, maar ook praktische ervaringen. Alles kwam bijna als vanzelf op ons af en we zagen hierin de leiding van de Heer. En ik zie dat nog steeds zo! Alleen is de interpretatie van de veel gebeurtenissen niet altijd juist gebleken. Een half jaar voor Fija werd geopereerd waren we van Geleen naar Eindhoven verhuisd. Zonder dat we ook maar enige economische of sociale binding met deze stad hadden kregen We zomaar binnen enkele dagen een woning toegewezen. Op loopafstand van de plaats waar we ‘s zondags samenkomen. Juist door die verhuizing kwamen we in aanraking met de dokter die haar ’gezonde voeding’ voorschreef en bergen vitaminepreparaten. Ook dat hadden we als leiding van de Heer ervaren. En dan al die aanwijzingen naar aanleiding van de ziekte van Hizkia en de vijftien jaar die hij later extra van de Heer kreeg. Zo'n twintig jaar eerder hadden we Bill en Truus leren kennen. En door hen ook Pete en Lanie Verboom en John en ]udy Nauta. Allemaal schakels die de Heer gebruikte en jaren van tevoren had gelegd. Allemaal wonderen, die wij beiden interpreteerden als aanwijzingen van de Heer dat Hij de zaak volkomen onder controle had en Fija weer zou herstellen. En toch moesten we elkaar loslaten. Wat waren al die bevestigingen nu allemaal waard gebleken? Niets! Helemaal niets! In de tijd dat wij ons verheugden over al die aanwijzingen van de Heer dat Fija weer beter zou worden, was de ziekte gewoon doorgegaan met zijn verwoestend werk. Hoe je het dan ook bekijkt, er zijn dan van die momenten dat je wereld aan scherven aan je voeten ligt. Opstandigheid en boosheid liggen dan op de loer. In dit soort omstandigheden is er één oplossing: Teruggaan naar de basiszekerheden. Al het andere kan misinterpretatie zijn. Daar moet je ook altijd als eerste vanuit gaan. Je moet eerst en voor alles erkennen dat je het verkeerd hebt begrepen, want als je dat niet doet ontstaat er twijfel aan Gods leiding en aan Zijn goedheid. In die tijd gingen we dan ook inderdaad steeds weer terug naar de basiszekerheden die God ons in zijn Woord laat zien. Het geschreven Woord is volkomen betrouwbaar, alles wat daarna komt, gevoelens, interpretatie is dat beslist niet! Onze interpretatie van dat geschreven Woord is feilbaar. We moesten steeds weer leren om terug te gaan naar 'AF '. Daar begon ons leven met Hem en daar leerden we Hem kennen. Hij heeft ons lief, Hij maakte ons tot Zijn kinderen en niets kan ons van Zijn liefde scheiden, Hij zoekt voor ons altijd het beste! Het vreemde was dat we tegelijkertijd ook vast bleven houden aan datgene wat we als Zijn beloften hadden gezien. Dat was heel vreemd als ik er nu na twee jaar weer naar terugkijk. We wisten dat we het verkeerd hadden geïnterpreteerd en we klemden ons er toch tegelijkertijd aan vast. En toch was dat ook weer niet zo vreemd, want Gods beloften in zijn Woord, waarin Hij belooft dat Hij ons nooit in de steek zou laten, bleven recht overeind. We wisten dat Hij ons vast zou blijven houden, ook als alles anders zou gaan dan we hoopten en verwachtten. En toch .... diezelfde misinterpretaties, die we duidelijk als zodanig onderkenden, bleven ons tegelijkertijd ook steun geven. Hoe ’dubbel’ kan een mens zijn ...., Heel langzaam aan begonnen we in die periode ook te begrijpen dat de leiding van de Heer in al deze dingen misschien minder direct te maken had met Gods plan voor ons eigen leven, maar dat Hij onze omstandigheden wilde gebruiken tot zegen voor anderen. Want we leven niet voor onszelf, maar voor de Heer en voor Zijn doel. Als ik daar nu, zoveel tijd later, over nadenk, besef ik dat het mogelijk is dat de Heer onze reis naar Mexico inbegrepen had in Zijn plan met iemand anders, bijvoorbeeld de jonge Chinese vrouw met wie Fija een indringend gesprek had. Van nature ben ik erg op mezelf gericht en daardoor loop ik de kans dat ik Gods leiding ook alleen maar probeer te interpreteren in verband met mijn persoonlijke omstandigheden en toekomst, terwijl Gods blikveld veel breder is! Ik ben maar dat kleine schakeltje in het grote geheel van Gods plan. En zodoende snap ik vaak heel weinig van Gods leiding. Maar dat is niet erg. God vraagt niet van ons dat we Zijn leiding in ons leven snappen; Hij vraagt dat we geloven in Zijn onfeilbare leiding en dat is gelukkig heel wat gemakkelijker dan Hem begrijpen. (...) maar u zult het later verstaan. (Johannes 13:7)


Gods Almacht in onze onmacht

Wanneer ik zo lange tijd later op een eenzame avond mijn aantekeningen nog eens doorblader kom ik steeds weer onder de indruk van Gods Almacht. Wij interpreteerden zoveel verkeerd, maar onze liefhebbende en Almachtige God gebruikte dat, zodat wij ook in die tijd alle rust en vrede ontvingen die we dagelijks nodig hadden. Natuurlijk, langzaam aan bereidde Hij ons ook voor op het afscheid nemen. Maar zie eens hoe mooi Hij dat deed. Als ik denk aan wat er zoal gebeurde en waar we emotioneel doorheen gingen, dan verwonder ik me er steeds weer opnieuw over hoe bijzonder God ons gemaakt heeft. Ik bedoel dit: er waren perioden dat Fija met de dag zwakker werd, maar op één of andere manier drong de ernst van de toestand niet echt tot ons door. lk ben ervan overtuigd dat de Heer daarvoor zorgde. Steeds weer ontdekten we lichtpuntjes. In het verleden hadden we verschillende keren met kankerpatiënten te maken gehad. We wisten dat de eetlust vaak verdween en het lichaam steeds zwakker werd en dan zag je als het ware het einde steeds meer naderen. Maar toen we er zelf mee te maken hadden in ons eigen leven, leek het heel anders. Telkens hadden we reden tot nieuwe hoop. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat dit Gods weg was met ons. Hij zorgde ervoor dat we de moed niet verloren. Elke keer als we ’terrein verloren' gaf Hij toch reden tot dankbaarheid. Elke keer als we zagen dat Fija minder kon, geloofden we, tegen beter weten in misschien, dat het vanaf dat moment niet verder meer achteruit zou gaan en de weg naar herstel spoedig zou worden ingeslagen. Soms dachten we dat het een verloren gevecht was. Maar dat was zo'n onwerkelijke gedachte, die we niet 'af konden maken’. Het was een gedachte over iets wat alleen anderen overkwam en dus was er in feite geen referentiekader. Het was net zo onwerkelijk als een ontmoeting met een maanmannetje zou zijn geweest. Als ik terugkijk lijkt het ook alsof de wereld even met vakantie was. Er was alleen: Fija. En alleen alles wat met haar te maken had; alles draaide om haar. Het was een heel klein belevingswereldje, maar zo’n geweldig fijn wereldje, zo intiem en zo intens. lk ben er nog steeds van overtuigd dat dit een cadeautje van de Heer was voor ons beiden. Hij was van dag tot dag heel dicht bij ons en Hij bereidde ons voor op de dag dat we tijdelijk afscheid van elkaar zouden moeten nemen.