hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact

II  El-Elyon

 God de Allerhoogste

Soms wordt aan 'Elohim' of 'El' nog iets toegevoegd. Hierdoor ontstaan de zoge­naamde 'samengestelde Namen’. God voegt in deze gevallen nog een bijzondere eigenschap of openbaring toe aan Zijn naam. Hij doet dat in het bijzonder als Hij Zichzelf op een meer intieme wijze wil bekendmaken aan mensen die Hem willen dienen. Te denken valt in dit verband aan bij­voorbeeld Abraham en Mozes. Aan Abraham maakt God zich op een bijzondere wijze bekend als 'El- Elyon'.

En Melchizedek, koning van Salem, bracht brood en wijn; hij nu was een priester van God de Allerhoogste. En hij zegende hem en zei: gezegend zij Abram door God de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde. En geprezen zij God de Allerhoogste  die uw vijanden in uw macht heeft overgeleverd. En hij gaf hem van alles de tienden.  De koning van Sodom nu  zeide tot Abram: Geef mij de mensen, maar houdt de have voor u. Doch Abram zeide tot de koning van Sodom: Ik zweer bij de HERE, de Aller­hoogste, de schepper van hemel en aarde, zelfs geen draad of  schoenriem, ja niets van het uwe zal ik nemen opdat gij niet kunt  zeggen: Ik heb Abram rijk gemaakt. Gen. 14:18-23

De geschiedenis

Abrams neef Lot was door de legers van vier koningen gevangen genomen en weggevoerd. Zo gauw Abram dit hoorde had hij al zijn mannen bijeengeroepen en de achtervolging ingezet. Hij bevrijdde Lot en alle andere gevangenen en heroverde ook al hun bezitting­en. Abraham was de vijandelijke legers achtervolgd tot in de buurt van Damascus. Om de betekenis van 'El - Elyon' (God de Allerhoogste) goed te kunnen begrijpen moeten we het feit dat Abram de landsgrenzen overschreed wat nader bekijken. Dit temeer omdat, wanneer deze naam in het Nieuwe Testament wordt aangehaald er ook sprake is van ‘grensoverschrijding’.

In Oud Testamentische tijden geloofde men algemeen dat een 'god' macht had over een beperkt territorium. Vandaar dat men hun ‘goden’ meenam naar het strijdtoneel. Onder Eli imiteerden de Joden dit gebruik door de ark van het verbond mee te nemen in de strijd. Daar komen we later in dit hoofdstuk op terug.

Ter illustratie van de algemene gedachte dat elke god be­perkt was tot een bepaald grondge­bied volgen hieronder enkele Bijbelgedeelten.

De dienaren van de koning van Aram hadden tot hem gezegd: Hun (Israëls) God is een berggod, daarom zijn zij sterker dan wij; wanneer wij echter in de vlakte met hen strijden, zullen  wij zeker sterker zijn dan zij. 1 Kon. 20:23

Koning Benhadad van Aram (= Syrië) luisterde naar zijn knechten en we lezen verder:

In het volgende jaar monsterde Benhadad Aram en trok op naar Afek ten strijde tegen Israël...  [de] Israëlieten [legerden] zich tegenover hen als twee geiten­kudden terwijl de Arameeërs het land vulden. 1 Kon. 20:29

Vergeleken bij het grote leger van Syrië, dat het 'land vulde', leek het leger van Israël op twee kudden geiten. Israël moest, menselijkerwijs gesproken, deze ongelijke strijd in de vlakte verliezen. Maar niets was minder waar:

... op de zevende dag kwam het tot de strijd en de Israëlieten sloegen van de Syriërs honderdduizend man voetvolk op één dag. De overgeblevenen vluchtten naar Afek, naar de stad, en de muur viel op zevenentwintig duizend man die overgebleven waren. 1 Kon. 20:30

Hoe was dat mogelijk, hoe konden deze twee kleine geitenkudden het winnen van dat grote leger van meer dan 127.000 manschappen? Omdat El-Elyon niet beperkt is tot een bepaald grondgebied. Hij is niet een God die alleen maar heerst over de bergachtige gebie­den van Juda en Efraïm, zoals de Arameeërs dachten. Zijn heerschappij gaat over alle grenzen heen. De HERE had zelfs al van tevoren die ongelofelijke overwinning aangekondigd:

…omdat de Arameeërs gezegd hebben: de HERE is een berggod en geen God der vlakten, daarom zal Ik deze gehele  grote en rumoerige schare in uw hand geven, opdat gij weet dat Ik de HERE ben. 1 Kon. 20:28

Deze geschiedenis van Israël heeft ook een bijzonder diepe betekenis voor het geloofsleven van ieder kind van God.  Onze God is inderdaad de God van de bergen en van de dalen.  Het spreekwoord zegt: nood leert bidden. Dat is ook zo, maar  we dienen te beseffen dat de nood ook wel eens leert vloeken. Evenzogoed wordt wel eens gezegd dat het eenvoudig is om God te dienen als we voorspoed en rijkdom en gezondheid bezitten. De andere kant van het verhaal is dat mensen juist vaak geneigd zijn om God te vergeten als alles voor de wind gaat. Het hangt wat dit betreft voor een belangrijk gedeelte af van de persoon in kwestie. De één wordt door de nood tot God gedreven en de andere loopt weg van God als er moeiten in het leven komen. Wat is het verschil?

Het verschil wordt bepaald door het antwoord op de vraag of men vertrouwen heeft op de God van de Bijbel of niet. Wanneer we leren op God te vertrouwen dan zullen we zijn nabijheid in alle omstandigheden van het leven ervaren. Dan zijn we ons bewust van Zijn nabijheid als we op de ‘toppen’ van ons geloofsleven verkeren, maar dan ontmoeten we Hem ook wanneer ons leven door diepe ‘dalen’ gaat. Als er vragen zijn en er strijd is. Als er ziekte is en geen uitzicht op herstel, als we alleen achtergelaten worden. Ja, onze God is de God van de bergtoppen en óók de God van de dalen in ons geloofsleven. Job is hiervan het grote voorbeeld.

De goden van overwonnen volkeren werden ook vaak buitgemaakt en neergezet in de tempel van het volk dat de oorlog had gewonnen. Dat gebeurde ook een keer na een oorlog tussen de Filistijnen en de Israëlieten. Althans, de Filistijnen dachten dat de ark van het verbond, de God van Israël was. En toen ze deze ark hadden buit­gemaakt, zetten zij hem in de tempel van hun god Dagon. Maar dat bekwam ze bitter slecht:

Toen namen de Filistijnen de ark Gods en brachten haar in de tempel van Dagon en zetten haar neer naast Dagon. Toen de Asdodieten de volgende dag vroeg op­stonden, zie, Dagon was op zijn gezicht ter aarde gevallen vóór de ark des HEREN. 1 Samuël 5:2-3

Nadat zij Dagon die dag hadden rechtgezet, was hij de volgende dag weer omgevallen; maar nu waren ook zijn hoofd en zijn handen afgebroken. Daarom stuurden zij de ark toen maar naar een andere Filistijnse stad. Daar kregen de mensen vreselijk pijnlijke zweren zodat ze uiteindelijk maar besloten om de ark weer naar Israël terug te sturen. El-Elyon is niet alleen de God van Israël, maar Hij is de HERE der ganse aarde.

Want de HERE, de Allerhoogste is geducht, een groot Koning over de ganse aarde. Psalm 47:3

Het is opmerkelijk dat Dagon de eerste keer als het ware neer­knielde voor de ark. Daarmee wilde God aan de Filistijnen duide­lijk maken dat hun God Dagon veel minder was dan de ark van het ver­bond. Toen op de tweede dag zelfs zijn handen en zijn hoofd waren afgebroken wilde God hen duidelijk maken dat een afgod wel ogen heeft maar niet kan zien, oren, maar niet kan horen, een mond maar niet kan spre­ken en handen, maar niets kan doen!

Het is opmerkelijk dat de Filistijnen de ark wegsturen, en daarmee vasthouden aan hun on­mach­tige god en godsdienst. Ieder mens is van nature geneigd om vast te houden aan het ‘mindere’. Hoe vaak maken we het niet mee dat we in gesprek komen met mensen die in geestelijk opzicht in een heel moeilijke situatie verkeren. Wanneer we dan mogen getuigen van wat God in ons leven heeft gedaan kan het gebeuren dat mensen zich omkeren en in hun ellendige omstandigheden blijven terwijl de Oplossing, zo dicht bij is. Het is maar één stap tot Jezus en toch wijst men hem af en blijft verder tobben met allerlei ‘technieken’ en psychologische ‘oplossingen’.

Men blijft op een of andere manier liever bij de 'bakken die geen water kunnen bevatten’ dan dat men komt tot de Bron van Levend Water.

We keren nog even terug naar Abraham en zijn veldtocht waarmee hij Lot bevrijdt. Melchizedek komt Abram tegemoet ná het verslaan van de vijanden en de bevrijding van Lot en hij zegt dat Abram de overwinning niet heeft behaald door zijn grote leger. Dat leger bestond overigens maar uit driehonderd achttien man. El - Elyon had hem de o­verwinning gegeven. Uit de woorden die Abram daarna tot de koning van Sodom spreekt kunnen we opmaken dat hij dit ogenblikkelijk heeft be­grepen. Hoewel Abram op vreemd grondgebied streed, kon hij tóch de overwinning behalen dank zij El-Elyon! God de Allerhoog­ste kent geen grenzen. Hij is werkelijk een 'grenzenloos' God.

De Allerhoogste in het Nieuwe Testament

De verbindingstekst naar het Nieuwe Testament met betrekking tot de Naam ‘El Elyon’ vinden we in de brief aan de Hebreeën. Deze brief is in het bijzonder geschreven aan de gelovigen uit de Joden. We lezen in verband met 'El-Elyon':

Want deze Melchizedek, koning van Salem, priester van God de Allerhoogste die Abraham tegemoet ging toen hij van het verslaan van de ko­ningen terugkeerde, en hem zegende... [naar de uitleg van zijn naam] koning van de gerech­tigheid en vervolgens ook  koning van Salem, dat is koning van de vrede. Hebr. 7:1-2

Wanneer de Heer Jezus vanuit Israël naar het buitenland gaat, komt Hij een man tegen, die bezeten is door een legioen demonen. Deze demonen herkennen de Heer Jezus! Ze noemen Hem: de Zoon van El-Elyon, God de Allerhoogste!

En zij voeren verder naar de landstreek van de Gerasenen die tegenover Gali­lea ligt. Toen Hij nu uit het schip aan land was gegaan kwam Hem een man uit de stad tegemoet die demonen [in zich] had en sinds geruime tijd geen kleding had aangetrokken en niet in een huis verbleef, maar in de graven. Toen Hij nu Jezus zag schreeuwde hij het uit, viel voor Hem neer en zei met luider stem: Wat heb ik met U te maken Jezus,  Zoon van God, de Allerhoogste? Ik bid U pijnig mij niet. Luk. 8:26-28

De demonen die in deze man woonden en door hem spraken  waren doodsbang want zij wisten het: 'God is de Allerhoogste'. Hij is vér verheven boven alle machten.

Ook in het boek Handelingen laat God ons zien dat Hij de God is die ook in het buitenland regeert. Dat 'buitenland' is dan gezien vanuit Israël. Nadat de apostel Paulus Israël had ver­laten, was hij door Klein-Azië gereisd en in Europa aangeko­men.

Het gebeurde nu, toen wij naar de gebedsplaats gingen, dat een slavin die een waarzeggende geest had, ons ontmoet­te, die haar meesters veel winst aanbracht met waarzeggen. Deze liep Paulus en ons achterna en schreeuwde aldus: Deze mensen zijn slaven van God de Allerhoogste, die u de weg van behoudenis verkondigen. En dit deed zij vele dagen lang. Paulus echter, hierover zeer verstoord, keerde zich om en zei tot de geest: Ik beveel je in de Naam van Jezus Christus, dat je van haar uitgaat. En hij ging uit op hetzelfde ogenblik. Hand. 16:16-18

Een halve waarheid.

Deze vrouw sprak ogenschijnlijk de waarheid toen zij Paulus en de zijnen nariep dat zij de weg der zaligheid verkondigden. Het woordje 'de' is er door de vertalers bijgevoegd omdat de zin anders in het Nederlands niet 'loopt'. Letterlijk staat er: Deze mannen zijn slaven van God de Allerhoogste, welke aan u bekend maken 'weg tot behoud' (dus zonder het lidwoord 'de'). Met andere woorden, er is niets nieuws onder de zon. Zoals nu door sommige theologen gezegd wordt dat er meer wegen zijn tot God, zo was het ook toen. De woorden van de slavin konden ook geïnterpreteerd worden als ...’een weg tot behoud.

Wanneer de Heer Jezus Zich voorstelt als 'de Weg' staat het lidwoord er in het Grieks wél bij:

Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven... Joh. 14:6

Deze vrouw was een instrument van de satan. Paulus had er geen moeite mee als anderen met een bijoogmerk het evangelie verkondigden. Zijn reactie was dan dat hij zich tóch over de verkondiging kon verblijden. Maar altijd als de satan de Bijbel citeert spreekt hij een halve waarheid. Dat was zo bij de zondeval en dat was ook zo bij de verzoeking van de Heer Jezus in de woestijn. En nu ook hier in Griekenland. Paulus was heus niet geïrriteerd omdat hij werd ‘uitgescholden’ voor slaaf van de Allerhoogste God. Dat zou voor hem een eer zijn geweest. Maar omdat deze vrouw een 'halve waarheid' sprak, (dus in feite een ‘hele leugen’) gelastte Paulus de demon om haar te verlaten. Wat mogen we toch dankbaar zijn wanneer we die El Elyon kennen als onze Verlosser en Heer. Dan staan we onder Zijn bescherming en zal er niets in ons leven komen wat niet tot ons nut is! Zelfs de boze machten moeten dan wijken!

Waar we ons ook bevinden en wat onze situatie ook is, God overschrijdt alle grenzen om de Zijnen nabij te zijn. Hij is de Allerhoogste God en Hij heeft Zich geopenbaard in de Heer Jezus Christus. Met deze God in ons leven kunnen we zingen, zelfs in tegenslag en moeiten. Met ons geloofsoog mogen we dan de 'werkelijkheid achter de werkelijkheid’ zien:

Gaat niet uit de mond des Allerhoogsten het kwade en het goede? Wat klaagt dan een mens in het leven? Klaagliederen 3:38

Wanneer ons leven in een of andere crisis terechtkomt dan blijft onze God niet op een afstand staan. Voor de Zijnen geldt dat alles van Hem komt. Voor een gelovige is er geen noodlot en geen satan die de wil van God voor ons leven doorkruist. Het komt alles van onze liefhebbende en trouwe Vader in de hemel. Hij overschrijdt soms alle grenzen, ook die van ons verstand, om heel dicht bij ons te zijn. Ook in onze persoonlijke nood.

Een God, die zelf naar de aarde komt om plaatsvervangend te sterven op dat verschrikkelijke kruis van Golgotha, kan aan Zijn kinderen alleen maar geven wat goed voor hen is! Hij geeft geen stenen voor brood.

De Naam boven alle naam.

En uiterlijk als een mens bevonden heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam wordend  tot de dood, ja tot de kruisdood. Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de Naam geschonken die boven alle naam is, opdat in de Naam van Jezus elke knie zich buigt  van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid  van God, de Vader.  Fil. 2:8-11

Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde...  Mattheüs 28:18

Ook in deze teksten zien we de Heer Jezus als de El Elyon, die alle grenzen overschrijdt om de Zijnen bij te staan.