hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact


Tinus

VII

Het gaat niet over ‘zeven’. Het is iets totaal anders. U bent dus gewaarschuwd!


Een klein dorpje in Roemenie. Een zwembad met een plein er voor. Op dat plein stonden wij met onze camper. Hoewel dat óók anders had kunnen zijn, want twee weken eerder waren we in Tsjechië en daar liep het allemaal ook al anders dan we gepland hadden. We werden er namelijk zowat van alles beroofd. Geld, bankpasjes, rijbewijs, creditcard. Dankzij medewerking van de plaatselijke politie, Hare Majesteits Ambassade in Praag en onze bank in Veldhoven konden we tegen de verwachting in onze evangelisatiereis naar Roemenie toch nog door laten gaan. Het duurde wel bijna een week voor alles was geregeld. Daardoor was er nog iets onverwachts: Een aantal extra vrije dagen in de zon! Zo zie je maar: alles komt goed.


Die zaterdagavond stonden we dus daar op dat plein in dat kleine Roemeense dorpje. ‘Bim’, galmde de klok van het kerkje op het plein voor ons. Dat geluid werd abrupt afgebroken en de verwachte ‘bam’ kwam er niet achteraan. Het klonk een beetje gek zo’n ‘bamloze’ bim. Ik moest dus even op onderzoek uit. Wat bleek? Er hing helemaal geen klok in de toren, wel moest er ergens een luidspreker zijn. De ‘bim’ hoorden we om de twintig minuten, maar de bijbehorende ‘bam’ was men kennelijk vergeten op het bandje op te nemen…


Op de hele uren, nou ja als je niet te nauw keek, klonk een groot carillon. Het geluid van een handvol kleine klokken en een aantal zware bassen er doorheen. Zoveel klokken in dat kleine torentje? Dat was onmogelijk. De kwaliteit van dít bandje was perfect! Het deed me denken aan de klokken in de toren aan de Rozenstraat in Zeist, de  woonplaats waar ik een deel van mijn jonge jaren heb doorgebracht.


Tegen de muur van de kerk stonden twee zwarte ijzeren bakken op vier poten. Ze leken op flink uit de kluiten gewassen barbecues. Op de een stond VII en op de andere MATHII. In plaats van wat er normaal op een barbecue ligt zag ik hier kaarsen staan. De bak met Vii was voor de levenden, de andere bak was voor de doden. Twee van die oventjes naast elkaar, een om kaarsen te branden voor mensen die nog leven, en een voor overledenen. Ik kon er niets aan doen maar de gedachte kwam zomaar bij me op: ‘Stel je voor dat iemand zich zou vergissen en een kaarsje zou gaan branden voor een levende in het vakje voor de doden. Zou dat een grote consternatie geven in de hemel? Engelen die heen en weer vliegen om alles toch nog in goede banen te leiden? Ik denk het niet…


Waar ik toen óók aan dacht was wat die de engel tegen de vrouwen bij het graf zei: ‘Wat zoekt u de levende (Vii) bij de doden (Mathii)? Hij is hier niet want Hij is opgestaan.’ Dat maakt het hele verschil!


Ja, het is gelukkig inderdaad allemaal heel anders.