hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact

11 Pasen in Mexico

Hoe reëel is de realiteit...

Veel patienten die zich goed genoeg voelden om naar buiten te gaan, bezochten de samenkomsten in de grote kerk, die aan het einde van de straat stond, Het is een evangelische gemeenschap aar ook de familie Contreras gewend is naar toe te gaan. Wij  waren er nooit in een samenkomst maar Fija en ik zijn er een keer samen naar toe gelopen op een middag dat ze zich nog wat beter voelde. Er was een huwelijksdienst en Fija, die altijd alle kleren van mij en de jongens zelf naaide en ook de trouwjurk van een van onze schoondochters had gemaakt, keek  haar ogen uit naar de prachtige jurk die de bruid droeg. Op deze paasmorgen was ze erg moe en wilde ze op de kamer blijven. Daarom ging ik alleen naar het auditorium beneden in het hospitaal, waar elke zondag diensten worden gehouden voor hen die te zwak zijn om een samenkomst elders bij te wonen. Eerst is er, naar Amerikaanse gewoonte, een uur Bijbelstudie en daarna is er de ’gewone' kerkdienst. lk Was bijtijds beneden en zat in de zaal te wachten op de anderen die zouden komen. Allerlei gedachten gingen door mijn hoofd. Lk dacht vooral aan de woorden die hier boven staan: Pasen in Mexico. Een titel voor een boek of een film. Ik bedacht dat het voor ons werkelijkheid was maar beslist geen plezierige. In andere omstandigheden zou het natuurlijk fijn geweest zijn om in dit mooie land te zijn met dit heerlijke klimaat. Maar boven lag mijn vrouw in bed, te moe en te zwak om in de samenkomst te komen. Het was een enorm verschil met ruim twee weken geleden. Toen was ze in vergelijking met deze morgen nog een sterke vrouw. lk vroeg me af of het weer beter zou worden als alle gifstoffen uit haar lichaam weg zouden zijn. Aan de andere kant, ze was in november vorig jaar geopereerd en nu in april voor de tweede keer; dat hielp ook niet om krachten te verzamelen. Ik troostte me met de gedachte dat haar huidige zwakheid grotendeels veroorzaakt werd door de nawerking van de narcose van deze beide operaties. lk had weleens gehoord dat dit wel een half jaar invloed kan hebben op de conditie. Natuurlijk wist ik diep van binnen heus wel dat dit een gelegenheidsredenering was en ik wist ook heel goed dat ik mezelf voor de gek hield. Er blijken processen in het leven te kunnen zijn die maken dat je jezelf bijna bewust om de tuin leidt. Was het reëel dat ik verwachtte dat het herstel een kwestie van tijd zou zijn en dat Fija straks weer helemaal beter zou worden? Deze gedachten gingen door me heen terwijl ik zat te wachten op het tijdstip dat de Bijbelstudie zou beginnen. En ik had vertrouwen en vrees. Rust en angst. Wat een onwerkelijke combinatie. Nuchter bekeken moest ik toegeven dat deze gevoelens niet in overeenstemming met de werkelijkheid waren. Hoe kun je tegelijkertijd bevreesd zijn en toch vertrouwen hebben? Hoe kun je gelijktijdig rust en angst hebben? Vraag het me niet want ik heb er geen antwoord op. Ik weet alleen dat het zo was, vanmorgen op onze kamer mochten Fija en ik eraan denken dat, wat er ook zou gaan gebeuren in de toekomst, de Heer Jezus de dood heeft overwonnen. We dachten er samen aan dat, mocht één van ons beiden moeten sterven voordat de Heer Jezus terug komt (en het lag in de lijn van de verwachting dat als een van ons tweeën eerder zou moeten gaan dat zij het zou zijn) dat er zelfs dan geen reden behoeft te zijn voor wanhoop omdat Hij is opgestaan en wij met Hem zullen leven. Ook hier dacht ik aan voordat Dr. Contreras binnenkwam. Hij leidde de Bijbelstudie deze morgen zelf en, hoe kon het ook anders, het onderwerp was de opstanding. Hij haalde verschillende voorbeelden aan van mensen uit het Oude- en het Nieuwe Testament die zijn opgestaan uit de dood. Het wonder bij het graf van Elisa, de jongeman bij Elia, de jongeman uit Nain, de dochter Van Jairus en ook Lazarus. Maar voor al deze mensen kwam er een dag dat men weer achter de baar aan moest lopen. Weer werden ze naar het graf gebracht. Maar daarna kwam er Eén die werkelijk opstond, En daar ligt de troost. Kanker heeft voor een kind van God nooit het laatste Woord. O ja, je kunt eraan sterven, maar de Heer is opgestaan en Hij heeft beloofd dat Wij met Hem zullen opstaan. Komt er een dag van afscheid? Dan is dat afscheid nooit definitief wanneer we de Heer Jezus toebehoren. Na afloop Van de Bijbelstudie bleef ik niet zitten voor de 'Worshipservice'. Thuis zijn we gewend om op zondagmorgen eredienst of aanbiddingsdienst  te hebben rond de tafel van de Heer, maar inde meeste Amerikaanse kerken betekent 'Worship' (of aanbidding) iets geheel anders. Speciale optredens van zangers en dergelijke. Ik Vind dat meer ‘entertaining the saints'. Ik stond op en liep langzaam terug naar onze kamer. Het Woordje 'afscheid', uit het einde van de Bijbelstudie, bleef naklinken in mijn hoofd_ Afscheid nemen is nooit definitief voor kinderen van God. ]a, dat is zo, er komt een weerzien bij de Heer Jezus. Maar ik wilde helemaal geen afscheid. Ik wilde dat we bij elkaar zouden blijven. Ik wilde haar vasthouden en zij mij. Ik kon me gewoon niet indenken dat er eens een moment kon komen dat we elkaar los zouden moeten laten. Hoe zou ik ooit kunnen accepteren dat de dood scheiding zou maken tussen ons beiden? Laat staan dat ik het zou willen. Zou ik ooit zo één kunnen worden met Gods wil dat ik zou kunnen vragen haar Thuis te halen? Halverwege de trap naar boven stopte ik, in gedachten verzonken. Ik dacht er ineens aan dat ik haar, en zij mij, niet had gekregen met een levenslange garantie. Deze gedachte beet zich in mij vast en terwijl ik verder naar boven liep en hierover bleef nadenken, kwam ik tot de tegengestelde conclusie dat we elkaar juist wel met levenslange garantie hadden gekregen. Levenslang en geen dag korter of langer.(Later zou Fija met andere woorden precies hetzelfde zeggen.) Op het moment dat wij trouwden kregen we elkaar levenslang. Maar die gedachte troostte me totaal niet. Wat, als haar leven zou ophouden? Dan zou ik meteen ook aan het begin -of aan het einde- van een doodlopende weg staan. Maar een doodlopende weg zou het zijn! Kilte en schaduw. Met die laatste gedachte was ik voor de deur van ons appartement aangekomen. Zachtjes deed ik de deur open. lk liep door het gangetje naar de kamer en verwachtte dat Fija nog in bed zou liggen maar ze zat in een stoel voor het raam. Ze zag er opgewekt uit. We  bleven op onze kamer tot het tijd was om te gaan eten. Deze morgen was in Mexico de zomertijd ingegaan en dus hadden we onze horloges een uur vooruitgezet. Helaas had men er inde keuken niet aan gedacht, zodat we een uur te vroeg kwamen. We gingen buiten lekker in de zon zitten met verschillende andere patiënten. Er waren ook enkele Amish-echtparen uit Penn-ylvania. Een ouder echtpaar waarvan de man, Eli, kanker in mond en keel had, kwam hier al vele jaren. Elke drie jaar voor een kuur en dan nam hij voor de volgende drie jaar medicijnen mee naar huis. Hij kon erg moeilijk praten; zijn mond was misvormd, maar dat werd redelijk goed gecamoufleerd door zijn grote baard. Het andere Amish echtpaar was nog erg jong, ze waren nog maar een jaar of twee getrouwd en zij had leukemie. Ze was er erg slecht aan toe. Praten was teveel voor haar. Ze zat heel stil in haar rolstoel te luisteren naar wat anderen zeiden. Fija voelde zich deze morgen kennelijk goed. Ze praatte met het oudere echtpaar.lk hield me een beetje afzijdig, ik had geen zin in een gesprek en ik bleef achter Fija’s rolstoel staan. Mijn gedachten werden elke keer weer in dezelfde richting getrokken : 'Levenslang en geen dag meer of minder’. Waarom moest ik daar nu op dit moment weer aan denken? Was het de Heer die me wilde voorbereiden op het onvermijdelijke? Of was het een gebrek aan vertrouwen mijnerzijds? Ik twijfelde aan mijn leven met de Heer, ik twijfelde aan alles. Waarom steeds deze gedachte? lk voelde me heel erg klein en hulpeloos en wilde dat ik iemand had die me kon helpen. lk dacht aan vroeger, toen ik nog thuis Was. In die tijd waren papa en mama er als je verdriet had, Thuis voelde je je veilig en beschut want papa wist altijd raad. Inmiddels was ik zelf papa en zelfs al opa en onze kleinkinderen denken zo'n beetje dat opa alles kan, maar diezelfde opa zag nu haast geen uitkomst meer. Wat was die vrijdagavond na Fija's operatie, onder de sterrenhemel, nu op deze Paasdag vreselijk ver weg. Niet alleen geografisch, maar vooral in mijn geestelijk leven. Ik bedacht dat het ontzettend gek is om, wanneer je zelf al opa bent, nog aan je ouders te denken in termen van papa en mama. Zo had ik in geen jaren aan hen gedacht. Ze waren trouwens ook beiden al meer dan vijftien jaar geleden overleden. En ik, grote kerel verlangde nu terug naar die tijd van geborgenheid; de tijd waarin ik door mijn ouders beschut werd voor verdriet en pijn. Ik vroeg mij af of mijn moeder dat ook zo ervaren had toen zij, ouder dan ik nu, na het overlijden Van mijn vader alleen achterbleef. Plotseling kwam me iets in gedachten dat mijn moeder me vertelde op de middag vlak nadat mijn vader was overleden. Mijn vader was maar een paar maanden ernstig ziek en zou niet meer beter worden. Op die maandagmiddag voelde hij zich heel erg zwak en toen had mijn moeder tegen hem gezegd: ”Zal ik je hand vasthouden totdat je door de paarlen poort bent binnen gegaan?” Mijn moeder kon haar man loslaten en mijn vader had ja geknikt en zo hadden ze elkaar meer dan een uur vastgehouden. Toen was mijn vader Thuis. Dat was fijn, maar ik wilde niet dat mijn Fija naar Huis zou gaan. Tranen liepen over mijn wangen. Ik pakte mijn zakdoek, veegde ze weg en snoot mijn neus. “Martien, de zon is weggegaan achter het gebouw en ik zit nu in de schaduw. lk vind het fris, kun je even mijn vest halen? "

Ik liep naar boven om het te halen en onderwijl dacht ik dat 'de zon die was weggegaan en de kilte van de schaduw' precies omschreven hoe ik me voelde. Een waas van tranen was voor mijn ogen. Bij mijn terugkomst Zag ik dat iemand haar rolstoel had Verreden zodat ze weer in de zon zat. lk sloeg het Vest toch maar over haar schouders en vroeg of ik nog iets anders kon doen.

"Ja, een stukje met me rijden”.

“Waarheen? We moeten zo eten.”

"O, zomaar een stukje, rij maar tot de kerk of zo.”

Ik duwde haar tegen de helling op naar de weg. Het kleine park voor het hospitaal waar we hadden zitten praten, lag een paar meter dieper dan de straat,

"Ben je bang voor de toekomst? Ik dacht dat je had gehuild, en je was zo afwezig.”

“ja ik ben bang." Ik had me voorgenomen om niet te huilen in haar bijzijn, maar het Iukte me niet. Ik reed de rolstoel van de stoep af een stukje braakIiggend terrein op.

"Wat doe je, wat doe je?", riep ze lichtelijk in paniek, “Zo meteen zak ik weg in het losse zand en rol ik met rolstoel en aI om.”

Dat was niet ondenkbaar. De wielen zakten aI iets weg en ik had grote moeite om de rolstoel gaande te houden. Maar ik kwam waar ik wilde zijn. Er lag een grote boom, die kennelijk van ouderdom was omgevallen. Ik ging op de stam zitten en Iiet mijn tranen de vrije loop.

"Ik kan niet zonder jou Iiefje en ik ben zo bang voor ..... "Ze stapte uit de rolstoel en kwam naast me op de boomstam zitten.

”Wees maar niet bang jongen, we zijn beiden in de handen van de Heer. Hij zorgt voor ons! Laten we van dag tot dag leven en het aan Hem overgeven wat er gaat gebeuren. Ik voelde me vandaag een beetje beter dan ik dagen heb gevoeld. Wat er ook gebeurt, het is goed Iieverd; we zijn niet alleen."

In de verte hoorden we de bel gaan ten teken dat de eetzaal openging en we moesten komen voor onze lunch, Maar nu was ik het die helemaal geen trek had. Ik voelde me zo Ieeg en zo verdrietig! Ik reed haar terug naar het hospitaal en in het restaurant dronken we samen wat melk en aten een paar stukjes meloen Waarna we nog een poosje tegenover elkaar bleven zitten. Onder het kleine tafeltje door legde ze haar hand op mijn knie en kneep me zachtjes,

“Liefste jij moet ook eten anders kun je me straks niet meer rijden. Als je niet goed eet wordt je niet alleen lichamelijk, ook geestelijk zwakker en dat moet je zien te voorkomen. Zorg goed voor je zelf want ik heb je zo nodig.”

lk voelde me zo rot. Ik, een gezonde kerel moest opgebeurd worden door mijn doodzieke vrouw. 'Doodziek’, dat Woord kreeg plotseling een diepte die ik nooit eerder had opgemerkt. En in plaats van haar tot steun te zijn had ik haar steun nodig, Zelden heb ik me zo waardeloos gevoeld Wat schoot ik tekort. Uiteindelijk aten we samen nog een schaaltje havermoutpap, Waarna ik haar terugreed naar onze kamer Waar we dicht bij elkaar gingen liggen.


De Heer regeert

De laatste dagen van ons verblijf waren voor Fija haast ondraaglijk. Niet dat ze veel pijn had, dat was juist minder geworden de afgelopen dagen. Dat ze minder pijn had kwam omdat ze af en toe een pilletje extra nam, maar dat ’vergat’ ik of wilde het niet werkelijk tot me door laten dringen. Een andere reden dat de pijn wat minder was geworden kon, behalve door dat extra pilletje af en toe, ook wel komen omdat ze nu elke dag via de katheter naar de lever 5FU kreeg toegediend, Als dat laatste waar was dan zou het een bewijs kunnen zijn dat het werkte, dachten we. 5FU, zoals deze in het hospitaal werd toegediend was een ’milde chemo’ en omdat het rechtsreeks naar de lever ging had ze geen last van bijwerkingen, zoals men vaak krijgt wanneer het hele lichaam wordt blootgesteld aan de werking van een chemokuur. Aan de andere kant werkte de kuur ook alleen maar in de lever en de naaste omgeving. We wisten toen nog niet dat 5FU pas op langere termijn werkt en niet meteen na toediening. Hoe het ook was, we waren allebei heel blij dat ze minder pijn had. Fija verlangde er erg naar om weer naar huis te gaan. Ze vond het moeilijk om te eten en de voorgeschreven wandelingetjes te maken. Want dat laatste moest ze ook zo veel mogelijk doen. Beweging is belangrijk om de eetlust op te wekken. Maar ze maakte er zo weinig van. Het liefst zat ze in een gemakkelijke stoel watte Iezen of lag ze stilletjes in bed.In deze tijd was haar Bijbel zo'n beetje het enige waarin ze las. Naast haar Bijbel had ze nog veel andere dingen die haar interesseerden. Normaal las ze altijd de krant van begin tot eind en ook las ze graag een goed boek. Nu was haar interesse uitsluitend voor haar Bijbel.


Foto: Fija in de rolstoel met haar ‘freedom pole’, een bezemsteel met een spijker waar de zak met infuusvloeistof aan hangt